Het
kan je zo maar overkomen: het begint onaangenaam te ruiken in de auto
en opeens zie je rook onder het dashboard vandaan komen. De
VerkeersInformatieDienst heeft een aantal adviezen hoe te handelen bij
een autobrand, maar ook hoe je een autobrand kunt voorkomen.
Auto in de brand
Regelmatig komt er een melding binnen van een autobrand. Jaarlijks
staat er zo’n 4.500 keer een auto in brand, meestal als gevolg van een
botsing, door kortsluiting of door lekkende remolie.
Zo’n brand kan zich snel uitbreiden als gevolg van de grote
hoeveelheden brandbaar materiaal in het voertuig, zoals brandstof,
bekabeling, banden en ook het interieur.
Het Nationaal Centrum voor preventie geeft de volgende tips voor diegenen die met een autobrand te maken krijgen:
-
Zet de motor af, laat de passagiers uitstappen en trek de motorkapvergrendeling open;
-
Bepaal de plaats van de brand en blus zo gericht mogelijk;
-
Blus, indien mogelijk, met meerdere blussers tegelijk; Open
portieren of motorkap nooit verder dan nodig is om de blusstraal te
richten. Sluit ze onmiddellijk na het blussen weer;
-
Controleer of er vuur onder de auto is. Gebruik zand om wegstromende brandstof te blussen;
-
Een tip uit de (brandweer-) praktijk: Zet de auto in z'n
vrij (uit de versnelling) en trek de handrem aan. Als de bedrading
smelt, veroorzaakt dit veelal kortsluiting. Het komt zeer regelmatig
voor dat daardoor de startmotor in werking treedt. Deze startmotor is
krachtig genoeg om het hele voertuig te verplaatsen. Door de auto in
zijn vrij te zetten voorkom je dat de wagen al brandend 'spontaan' de
rijbaan op gaat.
-
Een snelle reactie van de mobilisten is een eerste
vereiste. Daarnaast is de aanwezigheid van een goedgekeurde brandblusser
met een rijkstypekeur noodzakelijk om de beginnende brand te kunnen
blussen. Het heeft de voorkeur de brandblusser te monteren in het
beugeltje dat bij een goede blusser geleverd wordt.
Natuurlijk
is voorkomen beter dan genezen. U kunt de volgende maatregelen nemen om
de kans op een autobrand te verkleinen (opnieuw van het Nationaal
Centrum voor Preventie):
-
Zorg voor een goed afsluitbare dop op de benzinetank,
hierdoor is de kans kleiner dat de dop bij een botsing losraakt en er
benzine uit de tank stroomt;
-
Laat bij het vullen van de brandstoftank altijd ca. 10%
(bij LPG ca. 20%) vrij. Hierdoor is er ruimte over om eventuele
uitzetting van de brandstof op te vangen (dit geldt ook voor
reservetankjes);
-
Laat bij de onderhoudsbeurten ook de elektrische bedrading en de brandstofleidingen controleren;
-
Installeer een goede brandblusser in de auto op een plaats waar deze binnen handbereik is;
-
Zorg voor de aanwezigheid van een wollen plaid. Hiermee kan een beginnende brand in de kiem gesmoord worden.
(Bron: De VerkeersInformatieDienst)
|