Dyane Vereniging Nederland

Hallo mede-clubleden!

Bij deze zal ik, Michiel, mij ook eens voorstellen en ‘mijn Dyane in 12 vragen’ presenteren. Op het nieuwe Dyanevereniging-forum had ik al eens wat plaatjes laten zien van mijn rood-wit-blauw vlag aan Dyane’s. Die Franse driekleur ontstond bij toeval…

1. Mijn eerste Dyane was….
Een fel rood exemplaar, waarvan het kenteken bij de RDW uit het bestand verdwenen was. Het idee was om deze te laten herkeuren en hem dan weer te gaan gebruiken. Dat was in 2003. De auto zag er van buiten echt goed uit, maar de bodem was een lappendeken met opgelaste plaatjes en bij de voorkeuring bleek dat er zelfs een plaat karton tegen de bodem was gekit! Als leek (ik had ook nog niet de rijbewijsbevoegde leeftijd op dat moment) en met de hoge kosten erbij heb ik besloten de auto te verkopen. Deze verhuisde naar het noorden, waar een liefhebber hem daar zou gaan opknappen. Een paar maanden later kwam ik er achter dat de auto een Zutphense plantenbak was geworden (voor de niet ingewijden: een kitcar). De koets en ook enig plaatwerk werd kapot gezaagd en gewoon bij het oud ijzer gezet – 3 deuren en een dak was alles dat over was van mijn 1e Dyane. Vanaf dat moment ben ik een nog sterker gevoel gaan krijgen dat de Dyane als auto nog vele jaren op de weg te zien moest blijven en ontstond ook mijn weerstand tegen die plantenbakken waar te goede auto’s – 2cv’s en Dyane’s -  voor worden opgeofferd.

2. Ik heb…
Vanaf 2003 3 Dyane’s gehad. De rode, zoals ik hierboven al vertelde, en vanaf januari 2004 een witte, in Blanc Meije. Deze auto, een origineel Nederlands exemplaar uit 1971, met kenteken 19-86-RU, kwam uit Hoofddorp alwaar zij door de vorige eigenaar geheel was opgeknapt. Nieuwe bodemplaten, nieuw voorruitframe, eigenlijk een prima auto. De auto, een échte Dyane 4 luxe, verhuisde naar Zeist waar zij tot juli leuke rondritjes in de omgeving heeft mogen maken. De APK gooide echter al meteen roet in het eten. Een te groot remverschil en een gaatje in een niet dragend deel van het chassis. Nog steeds als leek bleken de kosten die voor de reparatie berekend waren zo hoog te zijn dat er werd besloten de auto voor een bijna perfect Frans exemplaar in te ruilen. Anno 2009 zou ik daar wel anders over gedacht hebben, maar dat terzijde. Deze witte Dyane is me altijd blijven achtervolgen. Toen ik in februari 2005 de auto op een sloop-veldje tegen kwam, heb ik samen met een vriend en collega-Dyanist besloten de auto terug te kopen en op te knappen en dan weer over te doen aan een liefhebber. Zo gezegd zo gedaan. De auto is toen verhuisd van Gelderland naar Zuid-Holland, van Zuid-Holland naar Twente, van Twente naar Friesland, en van Friesland weer terug naar Zuid-Holland. De auto bleek ogenschijnlijk goed en werd weer goedgekeurd tot 18-04-2010. Tot mijn grote schrik werd ik op 19 oktober van dit jaar erop gewezen dat er een witte Dyane uit 1971 voor onderdelen op Marktplaats.nl werd aangeboden. Ja hoor, mijn auto! De laatste eigenaar was kennelijk niet een van de meest snuggere mensen en heeft de auto voor de SLOOPPREMIE naar de sloop gebracht. Deze auto zal dus nóóit meer op de weg komen, aldus de sloper, en dat terwijl de auto nog stééds in een heel redelijke staat verkeerde…. (Noot van webmaster: Klik hier voor de link naar het forum waar dit onderwerp bespoken is in . Wie redt deze Dyane van de slooppremie)

Gelukkig heb ik mijn Bleu Myosotis Dyane 6 uit 1977 nog, en die gaat voor geen goud weg. Dit exemplaar is, zoals ik al eerder zei, een Frans exemplaar, en komt oorspronkelijk uit de Dordogne, alwaar zij 2 eigenaren heeft gehad. De auto onderhoud ik grotendeels zelf, alleen voor de grotere zaken wordt de garage ingeschakeld. De afgelopen 3 jaar ben ik ermee door Frankrijk heen gereden in de zomervakantie, en dat is me tot op heden zeer goed bevallen. De auto doet het altijd en loopt vrij zuinig (1:19 is goed haalbaar). De enige grote reparatie die ik er tot nu toe aan heb gehad is het vervangen van de versnellingsbak, in 2005. Voor de rest niet meer dan normaal onderhoud. De auto rijdt maximaal 5000 kilometer per jaar en staat ’s winters lekker droog binnen in een winterstalling. Rond maart komt ze er dan weer uit en dan kan het grote plezier weer beginnen.

Nu, voordat het verhaal véél te lang wordt weer terug naar de vragen.

3. De liefde voor de Dyane is ontstaan ….
Door hef feit dat de eerste auto van mijn ouders een rode Dyane 4 was uit 1974 (64-AU-46, bekend bij iemand?)

4. Ik heb alleen moeite met…
Het roestmonster! Als ik die ergens ontdek moet het meteen grondig weggewerkt worden. Het resultaat is dan ook dat de auto, die in Frankrijk al eens opnieuw gespoten is, nu deels aan zijn 3e laklaag is begonnen.  

5. Ik ben een handige sleutelaar...
Zoals ik al zei doe ik het meeste werk zelf, maar echt grote dingen, zoals de versnellingsbak, en volgend jaar de remschijven, laat ik graag aan iemand over met ervaring. Dan leer ik er ook meteen weer van. Het sleutelen doe ik verder gewoon, ouderwets op straat. Gelukkig vindt de buurt dat géén probleem.

6. Naast mijn Dyane rijd ik …..
Er wordt wel gesuggereerd dat er een Citroën Microbe bestaat – nu dat kan wel kloppen. Naast de Dyane heb ik ook nog een origineel Nederlandse Citroën LNA. Deze mag wel een beetje een unicum genoemd worden, omdat het én de jongste LNA van Nederland is (19-04-1984) én de enige in Nederland met alle opties die leverbaar waren in 1984 (elektrische ramen, getint glas, lichtmetalen velgen, hoofdsteunen én een klokje). Ook deze wordt nu gekoesterd. Nu heb ik ook een ander autovirus dat neerslaat op zelfbouw Dwergauto’s. Daar heb ik er namelijk ook nog twee van. (en waar láát ik ze allemaal!)

7. Als ik geen Dyane meer kan rijden wil ik graag een ….
Dyane met Chauffeur

8. Mijn mooiste herinnering met mijn Dyane…
Op de achterbank gaan zitten van mijn rode Dyane, de deur dicht trekken en tot de conclusie komen dat er geen deurhendeltjes aan de binnenkant zitten. Hoe kom je dán weer naar buiten?

9. Met mijn Dyane zou ik altijd nog eens…
Naar Noord-Spanje willen rijden.

10. Mijn familie, vrienden en kennissen vinden mij en mijn Dyane ….
Praktisch ‘normaal’ denk ik. Een vriend zei laatst wel: “Als je met Michiel mee rijdt kun je altijd een uitzonderlijk vervoermiddel aantreffen” – en ja, dat klopt absoluut!

11. Het mooiste aan mijn Dyane
Is het interieur. Het is nog helemaal origineel en verkeert in een best wel goede staat. Zeker voor de Jersey stof die zo gevoelig is voor uv-straling. Ook het dashboard is een favoriet: bruin, met drie knoppen en een groot bruin éénspakig stuurwiel dat nog als nieuw is! In de zomervakantie gaat het stuur eruit, zodat het niet door zout en warmte smelt, zoals je dat vaak ziet bij dat type stuur.

12. Verder wil ik kwijt
Dat iedereen zijn of haar Dyane moet koesteren, en vooral niet naar de sloop moet brengen voor die 750 euro die je er met de slooppremie voor zou terug krijgen. Alles is reparabel, ’t is maar net hoeveel inzet (en geld en tijd) je erin wil steken. Jij niet? Misschien een ander wel

Michiel van Ginkel, Zeist

Articles in « Verhalen »